Hijs nu de zeilen, trek maar aan de riemen.
Niemand blijft achter, niemand blijft alleen.
Wie je ook bent en wat je ook zal worden:
samen de boot in, iedereen doet mee (klap - klap).
We zijn broer en zus, we zijn de Parkschoolvrienden,
ieder met zijn droom van vriendschap en geluk.
Dus wie je ook bent en wat je ook zal worden:
samen de boot in, iedereen moet mee!
We hebben elkaar niet eens gekozen
We starten als vreemden aan de wal
Een stelletje flinke matrozen
Wie weet waarheen het schip ons brengen zal?
Maar aan het roer staat onze kapitein,
En ook de stuurman is aan boord
We maken af wat we begonnen zijn
met een gebaar, een vriend'lijk woord!
Eens het anker gelicht kunnen we varen,
Als de zeilen bol staan van de wind
Dan trotseren we samen wilde baren
en luisteren aan boord naar de stem van ieder kind.
We kijken wereldwijd naar noord en zuid
Naar noord en west vanwaar de boodschap luidt:
Hetzij een noodsignaal hetzij een groet,
Het is de vriendschap die ons varen doet!
Waar halen we de kracht om koers te houden?
Hoe kunnen we zonder een kompas?
Hoe kunnen we zo van elkander houden,
als heel ver boven ons er niet een grote Schipper was?
Door stilte en door nevel is er altijd weer zijn stem,
't Is altijd weer de regenboog die denken doet aan Hem.
De stem van de grote Kapitein aan het roer.
Die ons vraagt waar is je broer?